Niks regelen is geen optie

Door: Quita Hendrison

De stad wordt steeds slimmer. In Amsterdam en Eindhoven bijvoorbeeld zijn apparaten waarmee data worden verzameld niet meer weg te denken. Data over de luchtkwaliteit, mobiliteit, veiligheid. Maar hoe voorkomen we dat de stad het digitale wilde westen wordt: met het goud, maar zonder sheriff?

Dat Eindhoven een van de voorlopers is met de ontwikkeling van de smart city ligt voor de hand. Strategisch adviseur Olha Bondarenko: "Met bedrijven als Philips en ASML is innovatie ingebakken in de cultuur. We koesteren dat en stellen de stad graag open voor vernieuwing. Maar dat kan niet zonder de publieke belangen in het oog te houden, de markt dendert immers door met de toepassing van technologie in de openbare ruimte. We zijn allemaal wakker geschud door de commotie rond Facebook: als de maatschappij zich er te laat mee bemoeit is er geen ruimte meer voor verandering, dan zijn de verdienmodellen vastgesteld en is de macht verdeeld. Niets doen is geen optie, want dit soort ontwikkelingen gaan sowieso door. En zoals gezegd, dat willen we ook want het biedt geweldige kansen. Maar niet zonder dat de overheid aan tafel zit om mee te bepalen wat er geregeld moet worden om de publieke belangen te beschermen. Over eigenaarschap en het gebruik van data en nieuwe technologieën in de publieke ruimte is namelijk nog niks geregeld, met alle mogelijke gevolgen voor de privacy van de bewoners. Maar ook breder. Ik geef het voorbeeld van ons uitgaansgebied Stratumseind. Dit is een living lab voor technologische ontwikkelingen met als oogmerk het gebied veiliger en gezelliger maken. Een van de experimenten gaat om het besturen van de verlichting om te kijken of je zo de sfeer positief kunt beïnvloeden. De bedoelingen zijn goed, maar raakt dit niet aan manipulatie of surveillance? De samenwerking in het living lab laat ons dat soort vraagstukken ontdekken, om vervolgens standpunten te formuleren en kaders te scheppen."

Meer transparantie

De hoofdstad werd in 2016 gekozen tot 'Innovation Capital Europe'. Er is een innovatieteam dat samen met de lijnorganisatie werkt aan het inrichten van een moderne overheid. "Technologie helpt ons om tot een nog betere dienstverlening voor onze inwoners te komen," stelt Theo Veltman van het CTO Innovatieteam Amsterdam. "Een goed werkende, veilige digitale stad met ruimte voor (digitale) ondernemers is bovendien goed voor het vestigingsklimaat. Dat stelt eisen aan de beschikbaarheid van en toegang tot data (open data), veilig datatransport (digitale infrastructuur) en deskundigheid. Innovatie kan veiligheid en gemak brengen, maar er zitten ook risico's aan. We worden steeds afhankelijker van digitale diensten dus moeten we eisen stellen aan de veiligheid van maatschappij en organisatie (security) en individu (privacy). En de continuïteit en balans technologie-mens bewaken. Bij data is doelbinding, zoals genoemd in de AVG, essentieel. Zo mogen data verzameld voor crowd- en trafficmanagement niet gebruikt kunnen worden om een individu te volgen. Daar zitten veel dilemma's in. Mogen we mogelijke terroristen wel volgen en, zo ja, wie geeft de toestemming en hoe wordt misbruik voorkomen? En hoe weten we of al die data niet gebruikt worden om ons te beïnvloeden? Transparantie is een eerste vereiste. Inwoners en ondernemers moeten kunnen weten welke data verzameld worden, waar in de openbare ruimte en door welke 'slimme apparaten'. Ook moet men weten welke data beschikbaar zijn. In Amsterdam wordt samen met organisaties als Alliander, Johan Cruijff ArenA, Vervoerregio, politie en Waternet gewerkt aan een openbaar register voor deze gegevens.

Verder hebben we een Commissie Persoonsgegevens Amsterdam die kritisch kijkt naar het gebruik van persoonsgegevens en de naleving op privacyregels. Data uit slimme apparaten in de openbare ruimte mogen niet herleidbaar zijn tot individuele personen. Burgers moeten onbespied en anoniem kunnen bewegen in de openbare ruimte. Laat het duidelijk zijn, we willen de ontwikkelingen niet remmen, integendeel, we hebben een voortrekkersrol als innovatiestad. Maar niet zonder spelregels die onze inwoners beschermen. Vandaar dat we samen met Eindhoven de vier principes ontwikkeld hebben. Die hebben we doorvertaald naar het 'Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens door de gemeente Amsterdam' en verder uitgewerkt in TADA: dataprincipes voor de digitale stad.

Uitgangspunten voor dialoog

Roxane Daniels is adviseur Trendwatching iSamenleving bij de VNG. Vanuit die positie duidt zij de ontwikkelingen in de informatiesamenleving om een handelingsperspectief te kunnen bieden aan de lokale besturen. "Een bestuurlijk houvast is hard nodig, anders waai je met alle technologische winden mee. Dan denk je goedkoop een slimme lantaarnpaal in te hebben gekocht, maar heb je tegelijkertijd de waardevolle data van en over de stad gratis weggegeven aan één partij. De slimme stad is allang een feit, maar let op: de roep om regulering klinkt steeds dringender. Daar hebben Eindhoven en Amsterdam al het nodige in gedaan. Zij hebben principes ontwikkeld rond de digitalisering van de publieke ruime die duidelijkheid moeten bieden aan inwoners en ondernemers over de waarden en normen van het gebruik van de digitale infrastructuur van de stad. Het zijn uitdrukkelijk geen voorschriften; wel uitgangspunten die openstaan voor dialoog. En ze zijn niet statisch, maar zullen op basis van de ervaringen voortdurend worden herijkt. We zullen met alle stakeholders, ondersteund door het VNG Kennisnetwerk Smart Society, de principes moeten voeden, aanscherpen en beproeven. En later eventueel verbreden, bijvoorbeeld naar het sociaal domein of naar Europa. Het doel van de principes is dat ze stabiliteit bieden aan de maatschappij op terreinen waar regelgeving nu nog ontbreekt. Principes die duidelijkheid bieden aan overheid, bedrijfsleven en inwoners met als ultiem doel het borgen van publieke waarden. Daarom hebben we vanuit de VNG een brief gestuurd naar de leden met en over de principes. Niet elke gemeente noemt zichzelf een smart city, maar klein of groot, met de digitale transitie hebben ze allemaal te maken. Daarom adviseer ik: neem kennis van de principes en kijk wat je nu al kunt doen in je gemeente. Er is inmiddels al een brede coalitie - van overheidsorganisaties als ons eigen VNG Kennisnetwerk Smart Society en het ministerie van Binnenlandse Zaken samen met partijen als NEN en Pels Rijcken – die gemeenten kan ondersteunen bij de ontwikkelingen van een veilige, toegankelijke en betrouwbare digitale infrastructuur in de openbare ruimte."

De vier hoofdprincipes

  1. De digitale infrastructuur moet bijdragen aan een leefbare, gezonde en veilige stad. De infrastructuur is er voor iedereen in de openbare ruimte van de stad, ongeacht sociale positie en inkomen. De infrastructuur is goed beschikbaar en toegankelijk en is toekomstvast en veilig. Zij is ingericht conform de Europese en landelijke wet- en regelgeving rond privacy en security.
  2. De marktpartijen, instellingen, overheden en bewoners zijn producent en consument van de digitale infrastructuur en van de 'slimme diensten' die daar gebruik van maken. Samen, in cocreatie of alleen, en waar dat voor hen wenselijk respectievelijk nodig is om het leven van burgers in de stad beter te maken en de stad te helpen zich economisch te ontplooien. De overheid regisseert en reguleert waar dat nodig is om de toegang, beschikbaarheid en de veiligheid van de digitale infrastructuur te waarborgen voor iedereen in de digitale stad.
  3. De gebruikte technologie voor de digitale infrastructuur en Internet of Things is bekend, veilig (secure) en interoperabel, kent open interfaces, open protocollen en maakt gebruik van open standaarden, tenzij landelijke of Europese standaarden anders aangeven. Deze zijn leidend. Bewoners weten welke apparatuur in hun omgeving is geplaatst, hebben daar invloed op en kunnen daar gebruik van maken.
  4. Data is 'open en gedeeld tenzij...' de wet- en regelgeving rondom privacy en security anders aangeeft en tenzij de data-eigenaar de data niet wil delen. De data over de bewoner zijn van de bewoner; zij is de eigenaar en beslist wat ermee gebeurt. De data van de digitale infrastructuur verzameld in en over de publieke ruimte zijn publiek goed.

NB: eigenaarschap van gegevens kan juridisch niet belegd worden bij een persoon. Dat zou 'beschikkingsrecht' moeten zijn voor de persoonsgegevens die over 'jou' gaan (zie ook de AVG).