Bestaat er een Brabantse cultuur van ondermijning?

Bestaat er een Brabantse cultuur van ondermijning? De titel van deze speelse sessie lokte een gemengd gezelschap van onder meer gemeentedeskundigen, politie, OM en BZK naar de Embassy of Safety. Daar werden zij uitgenodigd om mee te doen aan een bordspel.

Embassy of Safety

Dat spel werd gespeeld aan de hand van een metafoor; die van de reis. Wat als je een Lonely Planet zou maken voor de criminele toerist in Brabant? Wat zijn de bezienswaardigheden, de streekproducten, de omgangsvormen, geschiedenis? Kortom: wat mag je niet missen als je op ondermijningsreis door Brabant gaat? Twee teams leggen met behulp van blokjes met symbolen (de fabriek, de stropdas) hun travel guide voor de criminele reiziger neer. Wat meteen opvalt: de prominente plek voor het drugslab.

Ideale bestemming

De reisleider van team 1 legt uit: "Brabant kent een cultuur van trots, laten zien wat je hebt. Met een lelijk woord: patsergedrag en laten zien dat je 'onaantastbaar' bent. En daarmee makkelijk over grenzen gaat. De structuren hier maken dat mogelijk en faciliteren dat zelfs. Afgelegen boerderijen - en boeren die niet melden - en dito industrieterreinen. Aan de andere kant zijn er veel festivals, dus afzetmarkten waar je je spullen makkelijk kwijt kunt. Voeg daarbij de kwetsbare groepen en het gebrek aan een vangnet voor hen. Scholen waar de drugsdealers op de stoep staan, sportverenigingen die bereid zijn geld te 'absorberen'. Familiebanden waarin boven- en onderwereld elkaar makkelijk raken (gezellig, natuurlijk mag je meedoen). En wellicht minder zichtbaar: de digitale infrastructuur die netwerken faciliteert waar je geen vat op hebt. En nog minder 'pakbaar': de maatschappelijke norm van 'een pilletje op een festival is toch normaal'." Kortom: een ideale bestemming voor de crimineel met ambities. Gelegenheid maakt de dief aldus een oude zegswijze. Onderstreept door de woorden van een aanwezige functionaris van het RIEC: "90 procent van de productie hier is voor de export, het kan blijkbaar allemaal in Brabant!"

Framing

De reisleider van team 2 is nog 'enthousiaster': "Welkom in het walhalla van de ondermijning, deze reis wil je maken! We hebben een te kleine overheid, dus je kunt je gang gaan en de bevolking van Brabant helpt je wel! We zijn hier ook creatief. Neemt het OM de hesjes van onze motorclub af? Dan verruilen we die voor een net pak. We richten onze netwerken rechtstreeks op de rechters, want dan komen we makkelijker weg als het tot rechtszaken komt. Netwerken doen we ook, bijvoorbeeld via de vastgoedsector naar de gemeenteraad. En over dat alles heen doen we aan mediabeïnvloeding oftewel framing. Het frame van de overheid is dat we slecht zijn. Wij zetten daar ons frame tegenover: welnee, wij helpen de Brabanders juist.

Een ander teamlid merkt op dat er weliswaar geen universiteit voor ondermijning bestaat, maar dat de onderwereld blijkbaar sneller leert dan OM, politie en overheid in het algemeen. "Ze zijn ons vaak te slim af en bovendien efficiënter. Ze maken gebruik van de kracht van de gewone economie ten faveure van de criminele industrie. Blijkbaar ben je efficiënter en creatiever als je niet geremd wordt door systemen en regelgeving."

Tot zover de reis door 'het ideale Brabant voor criminelen', waarbij uitdrukkelijk aangetekend dat de vraag en de spelvorm verleiden tot een beeld zonder al te veel nuance.

De andere kant

De tweede spelvraag vraag toont de andere kant: hoe ziet de gewenste situatie eruit?

Opvallend is dat de spelborden nu een stuk leger blijven. Blijkbaar zijn de mogelijke oplossingen eenduidiger. "Houd het simpel", stelt team 1. "Zorg ervoor dat die Brabantse waarden en kwaliteiten behouden blijven, maar wel in een legale setting. Maak gebruik van de positieve kanten van 'vrijheid, blijheid', maar juist door duidelijkheid te geven. Gedogen schept onduidelijkheid. Maak als overheid informatie beschikbaar en transparant, zeker voor de kwetsbare groepen. De overheid moet niet alleen optreden met het opgestoken vingertje als het fout gaat. Maar laten zien wat we doen. Zodat we met z'n allen de maatschappij gaan vormen."

Het tweede 'ideale bord' laat eenzelfde simpel en duidelijk beeld zien. "Brabants trots moet blijven. Maar met een zelfreinigend vermogen als zaken fout gaan. Zaken zelf oplossen, met elkaar in dialoog. Niet altijd alles door de overheid laten oplossen. En de overheid mag best wat meer risico-nemend zijn in het creatief oplossen van problemen, bijvoorbeeld door de aantrekkelijkheid en gelegenheid voor crimineel gedrag waar mogelijk wegnemen. Dat vraagt wel wat van de organisatie, bijvoorbeeld meer vrijheid van informatiedeling binnen de overheid tussen overheden en instanties om effectiever te interveniëren. Succes is een belangrijk statussymbool en dat is echt niet alleen in Brabant zo. Succesvolle mensen zetten we vaak op een voetstuk. Hun zoektocht naar succes kan verleiden tot ongewenst gedrag, over grenzen heengaan en daarop kun je wellicht vroeg interveniëren. Maar wanneer is een ondernemer 'fout' in de ogen van de overheid en wanneer niet? Dat is niet altijd even duidelijk in een kluwen van verstrengelde belangen. Want wil je wel die ambtenaar zijn die een 'foute' ondernemer aanpakt, waarna zijn of haar vastgoedproject niet meer uitgevoerd wordt? En zo leiden vragen altijd weer naar nieuwe vragen. Is dat erg of part of the game? Dat laatste natuurlijk, want dat is precies wat deze andere manieren om maatschappelijke problemen te bezien oproepen: nieuwe ideeën, visies, vormen en oplossingen.