Er bestaan geen eenvoudige oplossingen voor complexe problemen; en schuldenproblematiek is een complex probleem. Ook al is het doel helder – inwoners ondersteunen in een gezonde financiële huishouding – de weg daar naartoe kent vele afslagen. In Utrecht kiest men bewust voor een bochtig en onbekend parcours. Wil je echt innoveren dan moet je de durf hebben om te sprinten en onderweg onbekende afslagen te nemen.

Door: Quita Hendrison

Het startpunt was duidelijk. Anna Potijk, beleidsadviseur armoedebeleid, en Pieter in 't Hout, strategisch aanjager digitale innovatie, hadden allebei de droom om financiële stabiliteit te kunnen regelen voor huishoudens die in problematische schuldensituaties zitten of daarin terecht dreigen te komen. Op een manier die voor de inwoners in kwestie eenvoudig en overzichtelijk is. En die de problemen liefst bij de kop pakt voordat de situatie uit de hand loopt. Potijk: "Gemiddeld heeft een inwoner zo'n 42.500 euro schuld op het moment dat hij bij de gemeente in beeld komt. Het kost de maatschappij algauw een ton om dat weer recht te trekken. Dat moeten we zien te voorkomen door er veel eerder bij te zijn. Hier in Utrecht zijn inwoners met (financiële) problemen bijvoorbeeld vaak wel bekend bij onze Buurtteams."

Samen met In 't Hout bedacht ze het Huishoudboekje, een unieke combinatie van een vertrouwd hulpmiddel en nieuwe technologie. In 't Hout: "De inkomsten van de deelnemers – die op vrijwillige basis meedoen - worden op een aparte rekening gestort waar de betreffende inwoner zelf niet bij kan; hij of zij geeft de gemeente Utrecht daartoe toestemming. De vaste lasten worden van die rekening betaalt. Met het Huishoudboekje gaan we in feite financieel bufferen tussen de inwoners en de deelnemende ketenpartners. Daarnaast krijgt de inwoner een in samenspraak vastgesteld bedrag aan leefgeld. Hij krijgt bovendien een app waarop je kunt zien wat eruit- en wat erin gaat.

Vrijheid

Een proces dat op het eerste gezicht prima op een traditionele manier is in te richten. Toch kozen Potijk en In 't Hout ervoor om te onderzoeken of de inzet van nieuwe technologie het Huishoudboekje naar een hoger plan kon tillen. Potijk: "In 2016 was er een masterclass innovatie met informatie in de gemeente Utrecht georganiseerd. Daar kwamen nieuwe technologien voorbij zoals de blockchain. Deze technologie kon wel eens een hele nieuwe kans zijn om een hardnekkig maatschappelijk probleem op te lossen. Bovendien had het toen nog relatief nieuwe fenomeen blockchain aantrekkingskracht voor andere partijen, en we hadden en hebben de ketenpartners hierbij hard nodig. Relevante ketenpartners zijn bijvoorbeeld de Belastingdienst, SVB, UWV en Eneco, Zilverenkruis, woningcorporaties en het Buurtteam."

In 't Hout benadrukt dat het niet om de technologie gaat. "Blockchain, of welke vorm van technologie ook, is het middel. Het doel, inwoners ondersteunen bij hun financiële huishouding, is en blijft het uitgangspunt. Maar we zagen in blockchaintechnologie een aantal voordelen voor het Huishoudboekje. Je kunt digitale transacties doen zonder tussenkomst van een derde partij, zoals een bank. Daarnaast is controle achteraf niet meer nodig waardoor de administratieve lasten laag zijn. En los van deze concrete pluspunten is blockchain disruptief; daardoor ben je vrij om een heel nieuw proces uit te denken, zonder dat je geremd wordt door oude structuren."

Het is diezelfde vrijheid van denken die het wordingsproces van het Huishoudboekje kenmerkt. In het huidige jargon spreken we dan algauw van scrummen en agile. In 't Hout: "We wilden het niet volgens het bekende stramien doen; plan opstellen, voorstel doen en vervolgens de hele organisatie door voordat je aan de slag kunt. Wij kozen voor kortcyclisch ontwikkelen met een klein team. Behouden wat werkt en veranderen wat niet werkt. Dat past bij innoveren. Je begint immers met een hoop onzekerheden; over het idee zelf, over de technologie die je wilt gebruiken. Vertrouwen en draagvlak zijn daarom ontzettend belangrijk. Je moet er ook rekening mee houden dat je fouten maakt onderweg. Helemaal niet erg, want daar leer je weer van in de volgende stappen."

Leerschool

Het inchecken van de deelnemers en het omzetten van rekeningnummers door de uitkerende partijen duurde te lang. De blockchain bleek niet de beste keuze om het hele traject van inchecken, uitkeren en incasseren mee te regelen. Privacy (het recht om vergeten te worden) en de eeuwigdurende opslag van blockchain bleken niet te verenigen met elkaar. In 't Hout: "Vervolgens bleven we nadenken over een snel incheckproces. We hebben de IRMA app uitgeprobeerd en andere digitale manieren. De opdracht namens de deelnemers om het rekeningnummer te wijzigen bleek sneller te regelen met een klassieke brief dan via een smart contract. Prima, dan laat je dat deel los. Dat wil niet zeggen dat je niet verdergaat met het testen van de technologie voor de financiële transacties zelf. Bovendien hadden de ketenpartijen een 'natte handtekening' van de deelnemers nodig. Tijdens het inchecken wordt een overeenkomst ondertekend door de inwoner en deze wordt direct gescand en via een brief naar de ketenpartijen gestuurd. Dat ging prima en snel genoeg met een brief. Potijk: "Dat is precies de kracht van dit proces. Uitproberen en de kansen grijpen die zich voordoen. De brief was bijvoorbeeld het idee van een van de ketenpartners. We werken steeds in sprints van vijf weken. Werkt het, dan passen we het toe. Werkt het niet, dan sturen we bij. Niets is verspilde tijd, alles is een leerschool. Het enige waar je invloed op hebt is het proces, en niet het resultaat."

Het inchecken en het maken van de transactieoverzichten zijn in de eerste pilot uitgewerkt. Het is nu gelukt om binnen een maand de eerste betalingen en incasso's binnen te krijgen. De uitdaging is nu om van vijf deelnemers uit de eerste pilot en twintig uit de tweede de sprong naar meer deelnemers te maken. "Kunnen we het inchecken nog verder digitaliseren en versnellen? Is de tool met duizend deelnemers bijvoorbeeld net zo efficiënt als met vijf? We willen vanaf februari tot en met september richting de driehonderd deelnemers. We gaan daar geen wervende marketingcampagne voor houden, want het moet beheersbaar blijven; ook dat is iets waar je over na moet denken."

Ruimte zoeken

Naast de technologische vraagstukken zijn er ook vragen die te maken hebben met juridische en privacykwesties. Hoe zit het bijvoorbeeld met het bewaren van de persoonsgegevens versus het recht om vergeten te worden? En mogen we de persoonsgegevens via de blockchain überhaupt wel delen? In 't Hout: "Wat betreft het bewaren van persoonsgegevens hebben we in de eerste pilot al een Privacy Impact Assessment (PIA) op de blockchain gedaan. Daar zijn we niet voor geslaagd dus toen is besloten om alle persoonsgegevens niet in de blockchain maar in een aparte database op te slaan. Een kwestie waar we nu aan werken is: mag de gemeente het BSN van inwoners opvragen? Dat hebben we nodig om vast te kunnen stellen of iemand is wie hij zegt dat hij is. Tot nu toe leek dat niet te mogen, maar het ministerie van SZW en BZK willen helpen om daar een oplossing voor te vinden; er lijkt binnen de Wet algemene bepalingen Burgerservicenummer ruimte te zijn voor een andere interpretatie en in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening lijkt ook meer mogelijk dan tot nu toe gedacht."

Binnenkort organiseert het team weer een strategische heidag met alle betrokken ketenpartners. "Om het draagvlak stevig te houden laten we geregeld demo's zien waar we validatie op vragen van alle partners. Juist omdat we stap voor stap innoveren moet je met elkaar op één lijn blijven zitten. Wij regelen de uitvoering, maar we kunnen dit alleen in samenwerking doen. Daar is vertrouwen voor nodig én tijd, zeker omdat we het eindresultaat niet kunnen garanderen. We moeten elkaar de juiste vragen blijven stellen, want innoveren doe je niet alleen in techniek, maar ook in denken en doen. Dat start bij het snappen van het maatschappelijke probleem waarvoor je een oplossing zoek, met praten met de inwoners die het betreft. Daar begint de innovatie, niet op de tekentafel. Durven en doen in plaats van praten en plannen schrijven."

Inzicht in schuldenproblematiek

De aanpak van schulden is een belangrijk gezamenlijk speerpunt van de Rijksoverheid en gemeenten. Daaronder vallen veel verschillende maatregelen en initiatieven, die grote impact hebben op de bedrijfsvoering en informatievoorziening van gemeenten. Het Utrechts huishoudboekje is één van de initiatieven. Het is niet eenvoudig om overzicht te houden op al die trajecten. Het project 'Verbinden trajecten schuldhulpverlening', onderdeel van het 'Vernieuwingsprogramma Werk en Inkomen van VNG Realisatie' biedt inzicht en overzicht in de complexe wereld van de schuldhulpverlening. Met name door bestaande initiatieven, van gemeenten en hun partners, met elkaar te verbinden en waar nodig op landelijk niveau afspraken te maken die de schuldenproblematiek verminderen.