In het beoogde provinciebestuur van Zuid-Holland loopt men vooralsnog niet warm voor windmolens, maar als gemeenten het zelf willen houdt het bestuur ze niet tegen. Wat de Zuid-Hollandse gemeente Bodegraven-Reeuwijk betreft is het vooral aan de inwoners om aan te geven hoe en waar 'wind en zon' een rol spelen in de overgang naar een klimaatneutrale gemeente. Want dat is de doelstelling die de gemeente voor 2035 voor ogen heeft.

Door: Quita Hendrison

Ze zijn allebei sociaal geograaf en houden zich allebei bezig met duurzaamheid. Jody de Graaf is adviseur bij gemeente Bodegraven-Reeuwijk, Mirthe Heikens is dat voor de Omgevingsdienst Midden-Holland. Maar in de praktijk vormen ze een team. En die samenwerking over de muren van de eigen organisatie heen is een belangrijke component in het bijzondere traject waar beiden aan werken.

"De doelstelling klimaatneutraal in 2035 is al in 2014 door de raad uitgesproken," vertelt De Graaf. "In het denken over het pad daarnaartoe kwamen we snel tot de conclusie dat we dat doel niet halen zonder energie uit zonnevelden en windturbines. Daarbij hoorde een aantal bestuurlijke uitgangspunten zoals een coöperatieve aanpak én de eis voor een duidelijke inbreng van de inwoners. Samen met de Windvogel, een landelijke energiecoöperatie die haar wortels heeft in Bodegraven-Reeuwijk, en de lokale energiecoöperatie is een bijzonder inwonerparticipatietraject bedacht. Bijzonder, omdat we aan de inwoners vragen welke locaties zij geschikt vinden voor windmolens en zonnevelden. We wilden letterlijk open kaart spelen door hen op de plattegrond mogelijke locaties aan te laten wijzen en niet de bestuurlijke voorkeuren als uitgangspunt te nemen. Dat past in de filosofie van onze gemeente: we willen zoveel mogelijk van buiten naar binnen werken."

Waarden delen

Om van buiten naar binnen te kunnen acteren, moet je ook letterlijk de deur uit om elders kennis te halen. De Graaf: "Wij zijn een kleine gemeente, ik heb geen team van deskundigen in huis. Die hebben ze bij de Omgevingsdienst Midden-Holland wel." Zo is Heikens onder meer gespecialiseerd in GIS- (geografisch informatiesysteem) en 3D-kaarten; belangrijke middelen in het traject. "Daarnaast hebben we bijvoorbeeld een expert duurzaam bouwen in huis, en een gedragspsycholoog die kan adviseren hoe je het beste doelgroepen benadert over een onderwerp als duurzaamheid. En omdat we ook voor andere gemeenten werken kunnen we dat wat we nu met Bodegraven-Reeuwijk doen delen met andere gemeenten; de goede dingen van elkaar overnemen in plaats van steeds weer het wiel uitvinden. Daarin kunnen wij een spin in het web zijn. Andersom leren wij veel van de samenwerking met de gemeente. Zo zijn we als Omgevingsdienst gewend om ons te concentreren op de VTH-taken (vergunningen, toezicht, handhaving). Maar als je zoals in dit traject hand in hand met de gemeente optrekt, gaat het ook en voorál om dienstverlening. We werken in opdracht van de gemeente, maar wel als partner. En dan is het belangrijk dat we dezelfde waarden op het gebied van klantgerichtheid en dienstverlening delen en uitstralen. Zeker als je daadwerkelijk naar de inwoners toegaat, zoals tijdens de ateliersessies."

De zeven ateliersessies vormden het hart van het participatietraject. Alle 15.000 huishoudens in de gemeente kregen een uitnodiging op de mat. Enkele honderden hebben de verschillende avonden bijgewoond. Ook de wethouder en de lokale energiecoöperatie waren aanwezig. De Graaf: "Wij geven met deze uitnodiging de inwoners het signaal dat we willen dat ze echt meedoen. En door mee te doen geven zij ons hun vertrouwen; dan moet je ook tonen dat je dat heel serieus neemt."

Stickeren

Tijdens de eerste avond is er druk gestickerd op de speciaal gemaakte plattegronden: bewoners konden stickers van windmolens en zonnevelden plakken op de locaties die zij daar geschikt voor vinden. Helemaal carte blanche krijgen ze uiteraard niet; randvoorwaarden als afstand tot woningen, stiltegebieden, natuurgebieden en veiligheid zijn tevoren aangegeven. Tijdens de tweede avond zijn de uitkomsten gepresenteerd en in de derde sessie is een aantal locaties verder uitgewerkt. Heikens: "Waarbij de digitale techniek ons enorm helpt om de uitkomsten te visualiseren. Bijvoorbeeld in interactieve storymaps. Daarin zie je waar bewoners stickers hebben geplaatst, maar kun je ook klikken op opmerkingen die bij bepaalde locaties zijn gemaakt. Zoals 'Hier niets in verband met vogels'. En met 3D-visualisatie kun je specifieke situaties tonen. Bijvoorbeeld vanuit verschillende gezichtspunten laten zien hoe het zit met de slagschaduw van een windturbine. In een volgende stap kun je er ook nog een virtuality-bril aan koppelen zodat je in het 'echt' in een bepaalde situatie kunt rondwandelen. Waarbij het belangrijk is om te melden dat dit slechts ondersteuning is om mogelijke scenario's uit te werken; met dit soort technieken kunnen situaties soms ook te definitief voelen en dat wil je voorkomen. Tijdens de avonden zelf hebben we daarom juist gewerkt met papieren kaarten en stickers. Daar kun je lekker mee schuiven, het is toegankelijker en nodigt makkelijker uit tot discussie."

Ter overname

Natuurlijk kwam niet elke inwoner goedgemutst naar de bijeenkomsten. Het zijn vaak ook de kritische burgers die op zo'n avond afkomen. De Graaf: "Zeker en dat moet ook. Maar het mooie is dat je juist door discussie opvattingen ziet draaien van negatief over windmolens naar meedenken over de vraag hoe je die het beste in kunt passen. Inwoners hebben daar hele zinnige suggesties voor. Zes kleine windmolens of liever drie grote? Zonnevelden niet te dicht bij de grens van de buurgemeente of juist kijken of je samen met de buren wat kunt opzetten?" De locaties die als beste uit de bus komen op basis van onder meer de randvoorwaarden en de locaties die de voorkeur hebben van de inwoners worden voorgelegd aan de raad, die uiteindelijk beslist. Alle resultaten moeten hun weerslag vinden in de Regionale Energiestrategie. De Graaf: "En uiteindelijk in het provinciale beleid dat op dit moment bijvoorbeeld nog niet voorziet in windmolens in deze gemeente."

Beide duurzaamheidsadviseurs zijn ervan overtuigd dat de combinatie van inwonerparticipatie, transmurale samenwerking en technologie het recept is om de transitie naar een klimaatneutrale gemeente te maken. En dit recept is 'ter overname'. De Graaf: "Elke Nederlandse gemeente is bezig met het vraagstuk van de energietransitie. Laten we vooral delen en samenwerken. Juist energievraagstukken laten zich niet door gemeentegrenzen inkaderen."