De gemeente Amsterdam onderzoekt hoe een deel van haar producten aangeboden kan worden als open source software. Zo wordt er gewerkt aan onder meer een implementatiestrategie, die komend voorjaar moet leiden tot concrete acties. Eén van de inspiratiebronnen voor Amsterdam is Common Ground.

Door: Frits de Jong

Open source software. Na een aantal jaar van relatieve stilte valt het woord vandaag de dag weer met enige regelmaat. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan Common Ground, "het idee om naast de bestaande gemeentelijke ICT-infrastructuur een nieuwe, moderne ICT-infrastructuur te bouwen voor de uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten". Eén van de speerpunten (realisatieprincipes) van Common Ground is het gebruik van open source software. Ook de gemeente Amsterdam wil de blik (opnieuw) richten op open source. Zo'n tien jaar geleden werd dat al eens gedaan, maar dat zette niet echt door. Nu, tien jaar later, lijkt de tijd er meer rijp voor. Dat zegt ook Maarten van Haasteren, sinds maart van dit jaar waarnemend CIO van de gemeente Amsterdam.

Eerder dit jaar stelde het Amsterdamse college het sourcingkader vast ('Sourcing en open source strategie Amsterdam - Over samenwerking en hergebruik'), waarin de visie van Amsterdam op de keuze die de gemeente maakt met betrekking tot welke software zij zelf bouwen en welke zij aanschaffen op de markt, centraal stond. Wat betreft Maarten van Haasteren zijn de uitgangspunten daarbij dat zoveel mogelijk wordt hergebruikt van bestaande middelen en dat het gebruik van standaarden en het spelen van een proactieve rol in het beschikbaar stellen van de door de gemeente Amsterdam ontwikkelde producten, leidend zijn. Wat lag er ten grondslag aan dat memo? Van Haasteren zegt daarover: "Eigenlijk het feit dat er niks over bestond. Hoe kon het dat wij, als de gemeente Amsterdam, niet een sourcingkader hadden? Geen kader om te beslissen over óf iets zelf doen óf uitbesteden en laten doen. Daar fietste open source software een beetje tussendoor, ook al omdat de gemeenteraad vragen stelde over het gebruik van open source. Om twee vliegen in één klap te slaan, hebben we de sourcing en open source software samen opgepakt. Dat was de aanleiding."

Common Ground

Dat de gemeente Amsterdam en ook haar raad nadenkt en vragen stelt over het gebruik van open source software, is onder meer te danken aan Common Ground. Maarten van Haasteren erkent dat Common Ground één van de inspiratiebronnen is geweest voor de memo die hij heeft opgesteld. "Er is een aantal redenen waarom partijen aan de slag gaan of willen met open source. Eentje is het delen van wat zij hebben gemaakt met andere partijen. Bijvoorbeeld met gemeenten. Dat is iets dat erg goed aansluit bij het gedachtegoed van Common Ground. Er zijn ook mensen die denken dat het goedkoper is omdat je geen licenties nodig zou hebben. Nog afgezien van het feit dat ook open source licenties kent, zou dit niet mijn argument zijn. Voor overheidsorganisaties is het altijd nog maar te bezien of zo'n besparing te realiseren is. Andere redenen kunnen zijn dat het innovatiever is en dat het prettiger werkt."

Wat voor Van Haasteren de belangrijkste reden is, en volgens hem sluit dat goed aan bij waar Amsterdam naar toe wil met haar informatievoorzienings- en ICT-landschap, is dat er een platform met services ontstaat. "Gebruikers, onze eigen mensen maar ook Amsterdammers die van ons IT-systeem gebruikmaken, moeten op dat platform relatief gemakkelijk software-onderdelen uit kunnen nemen en dat kunnen combineren met andere software om hun business het beste te ondersteunen. Bij dat model past erg mooi het gedachtegoed van open source software en dat van Common Ground."

Nulmeting

In het Amsterdamse sourcingkader staat dat het aantal oplossingen dat momenteel binnen de gemeente gebruikmaakt van open source, tussen de twee en vijf procent ligt. Van Haasteren heeft die percentages genoemd in het kader van verwachtingsmanagement. "Wij hebben een gemeenteraad die open source een belangrijk thema vindt. Dat is erg mooi, maar het betekent niet dat alle door ons gebruikte software straks volledig open source is. Ook niet de helft. Dat heb ik willen aangeven met die opmerking in het beleidskader. Het betreft een grove schatting. Op dit moment zijn we bezig met een implementatieplan en één van de onderdelen daarvan is een nulmeting. Die meting moet aangeven waar we nu staan als het gaat om het gebruik van open source oplossingen. Aan de hand van die nulmeting kunnen we ook ons ambitieniveau voor de komende jaren bepalen."

Zoals gememoreerd, al eerder heeft de gemeente Amsterdam de blik gericht op het gebruik van open source software, maar destijds ontbrak het aan echte daadkracht. In hoeverre is die daadkracht er nu wel en in hoeverre zijn de plannen van Van Haasteren nu dan wel realistisch? "Ik herken de golven van komen en gaan van aandacht voor open source software. Van doen en niet doen. Dan komt er weer een golf en dan is iedereen weer enthousiast. Waarna het vervolgens weer afzwakt. Tot de volgende golf. Bij het schrijven van de memo heb ik wel gedacht: "de enige manier waarop ik dit naar de gemeenteraad kan brengen, is als er ook daadwerkelijk een implementatiestrategie aan verbonden is". Dat het meer is dan alleen beloftes. Het betekent onder meer dat er nu iemand fulltime bezig is om acties uit te zetten. Dan gaat het bijvoorbeeld om opleidingen binnen de organisatie, of de aanpassing van inkoopvoorwaarden en standaardcontracten. Zo zijn er meerdere acties uitgezet. Verder heeft de verantwoordelijk wethouder (Touria Meliani) toegezegd in april bij de gemeenteraad terug te komen en te laten zien wat er ook daadwerkelijk is gebeurd en welke concrete dingen gaande zijn."

Maarten van Haasteren noemde het al even: opleidingen binnen de organisatie. "Het versterken van kennis en kunde is een belangrijk onderdeel van de implementatieaanpak. Het gaat dan met name om de medewerkers die zich bezighouden met inkoop van software. Als zij niet de juiste kennis krijgen aangereikt, dan is de kans groot dat zij leveranciers ook niet kritisch bevragen of de door hen aangedragen oplossingen ook als open source kunnen worden aangeboden. Juist die medewerkers moeten snappen hoe het zit en afweten van de hoed en de rand. Maar zoals ik al aangaf is het niet realistisch om te denken dat al onze oplossingen straks open source zijn. Er is ook niets op tegen dat wij een contract hebben met een partij als Microsoft voor een aantal standaardvoorzieningen. Ik zie dat er met name bij de kernprocessen binnen gemeenten kansen liggen voor open source software." 

Gemeente Nederland BV

Maarten van Haasteren hoopt dat over een jaar of vijf er een soort van gemeenschappelijk open platform is waarop gemeenten op een eenvoudige manier oplossingen met elkaar kunnen uitwisselen. "Dat scheelt in alles. Als de ene gemeente zich richt op het ontwikkelen en mooi maken van het ene deel en een andere gemeente pakt weer een ander onderdeel, dan hoeft het nog niet eens allemaal sneller en goedkoper te gaan, maar dan werk je als 'Gemeente Nederland BV' wel veel beter samen."