Waarstaatjegemeente is een bekend en erkend dataplatform voor gemeenten. In razend tempo is daar een speciaal dashboard aan toegevoegd: het dashboard met actuele gegevens over de impact van de coronacrisis op gemeenten. 'Deze crisis is ook een kans voor datagestuurd werken'.

Door: Quita Hendrison

'We hebben een dashboard nodig om de gemeenten tijdens en na de intelligente lockdown te voorzien van actuele informatie.' Projectleider Bas Maring herinnert zich de vraag van afgelopen april nog goed. Samen met Korald Postuma, die zich als coördinator al langer met Waarstaatjegemeente bezighoudt, heeft hij meteen een aanpak neergezet en is het team direct aan de slag gegaan. Doel was het bieden van actuele informatie over de verspreiding van het virus en zicht op de gevolgen van de crisis in brede zin: op bijvoorbeeld de economie, werkgelegenheid, sociaal domein en openbare orde en veiligheid.

"Als eerste hebben we drie kanalen opgezet om input op te halen: wat zijn de nuttige indicatoren?' De samenstelling van de informatiekanalen is bijzonder. Postuma: "Te beginnen met het 'Data Dreamteam', samengesteld uit dataspecialisten van vijftien gemeenten. Voor de keuze van deze vijftien hebben we onder meer gezocht in de netwerken waarin die gemeenten zitten. Bijvoorbeeld de samenwerking met de VSO (Vereniging voor Statistiek en Onderzoek), of regionale vertegenwoordiging. De andere kanalen zijn de bestuurlijke commissies van de VNG en collega's van VNG Beleid. Samen optrekken, niet alleen op inhoud, maar ook in de uitvoering, is heel belangrijk gebleken en een blauwdruk voor toekomstige samenwerking."

Bijsturen en bijleren

Niet vaak is het adagium 'al doende leert men' zo van toepassing als hier. De urgentie kwam van buitenaf, in de vorm van de coronacrisis. "Bij het klassieke Waarstaatjegemeente gaat degelijkheid boven actualiteit", vertelt Maring. "Meestal verzamelen we de cijfers jaarlijks en duurt het een aantal maanden om die te verwerken en te valideren. Dat doen we nu met het coronadashboard compleet anders. Data worden veelal maandelijks ontsloten en meteen gepubliceerd, ook al vormen ze nog geen afgerond verhaal. En dat betekent continu uitvinden wat het beste werkt; het vraagt om een andere manier van omgaan met data en statistiek. Waarbij we voortdurend bijsturen en bijleren. Dit is dan wel een project, maar nog veel meer een nieuwe manier van werken en samenwerken. We vragen de bronhouders om veel vaker hun data aan te leveren. Dat zijn onder meer het CBS, UWV, RIVM, Kamer van Koophandel, stichting LISA en de politie. En we blijven samen met gemeenten zoeken naar nieuwe relevante bronnen. Op dit moment hebben we 32 indicatoren."

De vernieuwing zit niet alleen in nieuwe bronnen. Postuma: "We werken agile, om zo flexibel mogelijk te zijn. Voorheen moest een bepaald thema van het dashboard helemaal klaar en afgestemd zijn voordat het gepubliceerd werd; daar gingen soms maanden over heen. Nu verzamelen we voortdurend indicatoren, nemen die meteen mee en passen onderweg aan. Dat is wennen voor alle samenwerkende partijen. Ook voor de partijen die Waarstaatjegemeente ondersteunen. Voorheen moesten ze data eens in de twee weken verversen, nu elke dag."

Ultieme opmaat

Inmiddels heeft het coronadashboard een vaste plek verworven en hoge bezoekcijfers, met tot nu toe een absolute piek in mei. Maar het team van Maring en Postuma blijft onverminderd doorontwikkelen. Maring: "Het mooiste zou zijn als we aangehaakt worden op de systemen van de gemeenten. Dan hoeven ze niet alleen gegevens aan te leveren, maar blijven die ook van hen. Nu worden de gegevens van het RIVM omgezet in een landelijk document, maar ontbreekt de informatie op gemeentelijk niveau. Dat moeten we zelf doen. Ook van het CBS ontvangen we landelijke cijfers die wij uitsplitsen naar gemeente. Direct gegevens ontvangen van de gemeenten zelf zou sneller zijn en ook gemeenten veel beter helpen inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in hun gemeente."

We hopen natuurlijk allemaal dat corona de wereld uitgaat. Zou dat dan ook het einde van het coronadashboard betekenen? Postuma: "De kale RIVM-cijfers zullen misschien verdwijnen. Maar de indicatoren die we nu inzetten over de impact van corona op economie, werkgelegenheid, sociaal domein en openbare orde en veiligheid blijven ook zonder het virus relevant. En de gemeenten zijn inmiddels gewend aan de snelheid van publiceren, dus we kunnen niet terug naar het oude tempo." Maring: "Los van corona hebben we een nieuwe manier van onderzoek en statistiek geïntroduceerd. Een bekende uitspraak is dat elke crisis een kans is. Dit is de ultieme opmaat naar datagestuurd werken; iets waar we bij de overheid al enige tijd aan werken, maar waar we nog een stap te zetten hebben. Informatie op dagbasis via een realtime feed heeft de toekomst. Als wethouder open je je rapporten voor de raadsvergadering en zie je wat er op jouw thema's is gebeurd en wat de gevolgen zijn van jouw acties. En dat geldt niet alleen voor de wethouder, maar ook voor het operationeel management. Je kunt sturen op wijkniveau; je ziet de trends op bijvoorbeeld het vlak van de openbare orde en veiligheid en kunt daar meteen actie op ondernemen. Deze coronacrisis is een vliegwiel voor dit soort ontwikkelingen; dat moeten we ook post-corona vast zien te houden."

"We zijn nog niet klaar", benadrukt Postuma. "Het is bijvoorbeeld nog lastig om indicatoren snel op te halen: de systemen van gemeenten zijn daar niet op ingericht. De Common Ground ontwikkeling gaat dat veranderen, maar zo ver is het nu nog niet. Daarnaast legt deze nieuwe manier van werken ook andere lacunes bloot. Zo wordt er niet actueel geregistreerd hoeveel mensen gebruikmaken van de voedselbank, terwijl dat een nuttige early warning kan zijn voor problemen. Maar wat je niet hebt, kun je ook niet rapporteren."

"Belangrijk voor het vervolg is dat we bij het inrichten van processen en procedures steeds vastleggen hoe we dat met elkaar gaan doen", besluiten beiden. "Op alle plekken waar gemeenten samenkomen; niet alleen via de VNG, maar ook via Pleio, de VSO, en al die andere relevante platforms. Want nogmaals: we moeten deze manier van samen ontwikkelen niet meer loslaten."