Werken als één efficiënte overheid is in de Digitale agenda 2020 geformuleerd als: "Informatie loopt in netwerken razendsnel over organisatiegrenzen heen. Gemeenten zien zichzelf als onderdeel van een netwerk van alle overheidslagen en organisaties gezamenlijk. Hierin maken overheidsorganisaties gebruik van elkaars voorzieningen om inwoners en ondernemers optimaal te bedienen. Door in te zetten op processtandaardisatie en automatisch gegenereerde (verantwoordings-) gegevens, worden administratieve lasten teruggedrongen." Maar wat gebeurt er met de burger die afhaakt of niet mee kan/wil doen?


Dialoog

Het beeld van één efficiënte overheid schrikt sommige mensen af. Er ontstaat een digi-vaardige elite en een digi-onkundige en soms onwillige subgroep. Heb je als gemeente (voldoende) oog voor deze laatste groep? Hoe zorg je voor gewenste ondersteuning op maat? Blijf je alle diensten bijvoorbeeld ook niet-digitaal aanbieden? Wat betekent dit voor de doorberekening van de maatschappelijke kosten van de digi-onkundige of onwillige groep? Verhaal je dat (net als bijvoorbeeld bij het papieren treinkaartje) op de groep die digitaal niet meedoet, of is het om een recht dat je als gemeente collectief wilt bekostigen? Hoe wordt dit onderwerp politiek geagendeerd? Het raakt immers aan de klassieke politieke vraag of iedereen gewoon moet blijven meedoen in de samenleving en of iedereen dezelfde kans moet hebben om mee te blijven beslissen?


Kans

De digitale overheid krijgt extra tools om hoeder van democratische waarden en inclusie te blijven. Naast datagedreven is zij immers ook burgergedreven. Ze wil richting haar burgers zowel faciliterend op het gebied van hun digivaardigheid zijn als hen de mogelijkheid bieden om eigenaar van de eigen gegevens te laten blijven.



"Kan ik me als burger nog onttrekken aan de data gedreven overheid? Is er nog een alternatief?"

Josien Pieterse, NetDem