Inwoner centraal

Dienstverlening met als vertrekpunt de menselijke maat, en dan vooral vanuit het perspectief van werkzoekenden. De professionals in het domein van Werk & Inkomen werken daar dagelijks hard aan. In de sessie 'Op het goede spoor' presenteerden Orionis Walcheren en de gemeente Houten hun inspirerende en succesvolle aanpak.

Sociale dienst en leerwerkbedrijf Orionis Walcheren ondersteunt de inwoners van de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen op het gebied van werk, inkomen en schulden. HRD-adviseur Odi van Kalmthout en arbeids- en organisatiepsycholoog Arjan van Dam namen de deelnemers mee in de klantbenadering die de organisatie sinds 2021 inzet onder de noemer 'Werken naar Vermogen'. Belangrijk daarin: het geloof in eigen kunnen versterken. "Waarbij we niet handelen vanuit wantrouwen zoals in het verleden veel gebeurde, maar vanuit vertrouwen. En met de klant als middelpunt." De methode kan prima geplot worden op het door VNG Realisatie ontwikkelde Werklandschap (PDF) een gestructureerd model dat de brede dienstverlening rond werk in beeld brengt, zowel aan de kant van de werkgevers als aan de kant van werkzoekenden. Het Werklandschap bestaat uit verschillende tegels die stuk voor stuk voor een element of fase uit de dienstverlening staan. Diagnostiek is bijvoorbeeld de tegel waarin het klantbeeld wordt opgesteld. Van Kalmthout "De diagnostiek pakken we heel breed op. Niet alleen met gesprekken, maar ook met relevante trainingen en snuffelstages. Zo'n assessementperiode kan van intake tot plan zomaar zes tot acht weken duren."

De intensieve aanpak van Orionis wordt ook wel supported employment-methode genoemd. De methode vindt z'n oorsprong in de redenering dat de groep mensen die in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt moeite hebben om werk te vinden iets meer en wellicht anders nodig hebben dan er tot nu toe geboden werd. Bij supported employment wordt een heel breed pakket van ondersteunende maatregelen en middelen ingezet om de kandidaat naar - al dan niet betaald - werk te leiden. Veel van de instrumenten in de aanpak zijn gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. "Zo kunnen kandidaten de training 'Leren werkt' volgens de Feuerstein-methodiek volgen", vertelde Van Dam. "Daar hadden we al goede ervaringen mee bij Wajongers. Met deze methode werk je aan het vergroten van je cognitieve vaardigheden. We gaan ook heel methodisch om met het stellen van leerdoelen. We weten bijvoorbeeld uit onderzoek dat een training die ingericht is als hulpmiddel bij het vergroten van vaardigheden in het zoeken naar werk effectiever is dan een training die gericht is op direct resultaat. Ook gebruiken we de Metas-vragenlijst. Dat is een online vragenlijst, speciaal ontwikkeld voor gemeentelijke diensten, die de klant zelf invult, want hoe meer informatiebronnen je hebt, hoe beter het beeld van de klant."

Misschien nog belangrijker dan de ingezette middelen is de manier van benaderen van de klanten. "Altijd vanuit vertrouwen en zonder al te veel eisen. Vooral gericht op wat iemand wél kan, en dat hoeft niet altijd het vinden van werk te zijn. Zo kan het voor sommige mensen een betere vaarroute zijn om zich eerst te richten op het verbeteren van de persoonlijke levenssituatie en pas later de stap naar werk te maken. Om iedereen zoveel mogelijk maatwerk te kunnen bieden, begeleiden we elke klant met een multidisciplinair team, waarin ook iemand kan zitten die de klant zelf mee wil nemen. Daarin schuilt het succes van deze methode: het plan van aanpak wordt niet over maar met hem of haar gemaakt. Samen, en zonder dat de klant er een handtekening onder hoeft te zetten. Vertrouwen is de basis."

Op Koers in Houten

De Houtense Werktafel, het lokale werkteam van de gemeente Houten, startte het project Op Koers, een integrale aanpak voor inwoners met multiproblematiek. Projectleider Ruud Schalken noemt het een doorbraakmethode. "De doelgroep van dit project is complexer dan de gebruikelijke mensen die zich bij ons melden. Het gaat om mensen die ondersteuning nodig hebben op minstens twee leefgebieden als werk, schulden, zorg en jeugdzorg. Iedereen die bij een gemeente werkt weet dat die domeinen binnenshuis erg gesegmenteerd werken, met weinig onderlinge communicatie. Ons project is een breekijzer om die samenwerking tot stand te brengen. We gaan met elkaar om de tafel, al die verschillende expertises - meestal een team van vijf met een vaste kern - en degene om wie het gaat. De inwoner kan ook zelf iemand meenemen, bijvoorbeeld een hulpverlener of de huisarts. En afhankelijk van de vraag nodigen we eventueel ketenpartners uit als de woningcorporaties of de GGZ. Wie er ook aan tafel zitten, we praten mét en niet over mensen. In dat wekelijkse overleg stellen we de simpele vraag: wat kunnen we voor je doen? Het doel: bepalen wie wat gaat doen én zo snel mogelijk."

Werkcoach en teamlid van Op Koers Gisou Kalkhoven weet dat het spannend is voor de inwoners die het betreft. "Vaak zijn ze al van loket naar loket gestuurd. Je ziet ze ontspannen. Wij luisteren eerst naar hun verhaal en kijken daarna wie wat oppakt. Dat doen we op basis van een actielijst. Daar staan ook acties op voor de inwoner zelf. We hebben een klein budget om praktische zaken snel te kunnen regelen, maar dat hebben we vrijwel niet nodig. Want de kracht zit in de samenwerking, in het bieden van een echt integrale dienstverlening. Ook goed om te noemen: doordat de inwoner zelf aan tafel zit 'omzeilen' we de AVG, waardoor we daadwerkelijk snel kunnen handelen."

Het integrale werken is gebaseerd op vier vensters die zijn ontwikkeld door de Hogeschool Utrecht: de inwoner, de professional, de organisatie en de overheid. Voor elk venster zijn bepalende factoren gedefinieerd. Bijvoorbeeld autonomie voor de inwoner, starten vanuit de leefwereld voor de professional, samenwerkingsmodel voor de organisatie, en heldere opdracht aan uitvoeringsorganisaties voor de overheid. Ondanks de gedegen basis was het succes er niet meteen zei Schalken tot besluit van de sessie. "Dat veranderde toen het management zich achter deze methode schaarde, het opgenomen werd in het collegeprogramma en er structureel financiering vrijkwam. Dat laat zien dat draagvlak echt bepalend is voor succes."