De arbeidsmarkt is moeilijk te bepalen op lokaal niveau. Elke gemeente voert immers weer eigen beleid om inwoners uit de bijstand aan het werk te helpen. Tijdens de coronapandemie bewezen de RMT's (Regionale mobiliteitsteams) echter dat regionale samenwerking aantoonbaar beter werkt. Maar werkt deze methodiek ook in de nieuw op te richten Regionale Werkcentra?

Die discussie stond centraal in de live sessie 'Regionale Werkcentra; valkuil of kans?' tijdens het VNG Jaarevenement op 10 november in De Fabrique in Utrecht.

Bundelen van krachten

In de Regionale Werkcentra (RWC's) bundelen gemeenten en UWV hun krachten en werken ze samen met sociale partners. Dat moet zorgen voor een beter functionerende arbeidsmarkt doordat er meer arbeidsparticipatie, omscholing en doorstroom tot stand komt. "Veel gemeenten doen het al op deze manier, maar veel zijn nog zoekende, vanuit wetgeving of vanuit de vele labels", zegt Nora Otto (VNG). "Je wil dat de inwoner gewoon geholpen wordt als burger, en niet als een doelgroep."

Weer een nieuw construct

Elfriede Boer, directeur Werkzaak Rivierenland zit niet per se te wachten op een Regionaal Werkcentrum. "Ik denk niet dat een nieuw construct als een Regionaal Werkcentrum de oplossing is. Het gaat om samenwerking. Hoe gaan we het samen doen om die inwoner te helpen? En dat doen wij al goed in onze regio."

Als de energie er al is om samen te werken, is dan nog zo'n construct nodig, vraagt ook Beatrijs Wijnberg, rayonmanager UWV Werkbedrijf Midden-Utrecht zich af. "Aan de andere kant staat de samenwerking wel met een Regionaal Werkcentrum, bijvoorbeeld wanneer er veel wisselingen zijn in personeel. We moeten in ieder geval met zijn allen de bomen door het bos laten zien aan de inwoner, zodat het duidelijk en helder wordt waar deze terecht kan."

Volgens Vincent van Veen, coördinator RMT Midden-Utrecht bevordert zo'n centrum de samenwerking juist alleen nog maar meer. "Als je dat doet krijg je het voor de inwoner veel duidelijker en zit je samen met hem aan het stuur om verder te komen op de arbeidsmarkt." Hij denkt dan ook niet dat je kan spreken van een nieuw construct. "Het gaat om de beweging: meer samenwerken, meer de regio in. Vanuit covid zijn we regionaal veel meer gaan verbinden en samenwerken. Uniek is dat we nu echt gelijkwaardig samenwerken met de vakorganisaties. We gaan natuurlijk niet alle problemen oplossen, we kunnen wel met deze samenwerking de arbeidsmarkt in beweging krijgen: meer mensen van werk naar werk krijgen, en meer instroom bereiken vanuit bijstand."

Samenwerken

Jacqueline Mooiman, coördinator NHN Werkt Door vindt de Regionale Werkcentra ook een 'mooie manier om verder te komen met dat samenwerken'. "Met onderwijs, UWV, gemeente en Werkgevers servicepunt (WSP) zorg je met elkaar ervoor dat er één aanspreekpunt is, waar iedereen binnenkomt."

Dat is niet nieuw. In de regio Rivierenland zijn ze al langer zo met elkaar bezig om werkzoekenden te begeleiden, vertelt Boer. "Wij hebben de sociale dienst samen met het SW-bedrijf (sociale werkvoorziening) samengevoegd, we hadden al leerwerktrajecten en werken met accountteams die doorverwijzen naar leer-werkprogramma's of richting werkgever. Het zijn korte en krachtige trajecten vanuit één accountteam. Ik ben verbaasd te horen dat in sommige regio's nu pas het gesprek wordt aangegaan tussen de verschillende loketten. We werken allemaal voor de inwoner en werkgever; het is toch logisch dat je samenwerkt?"

In Utrecht werkt het RMT als een vliegwiel, vertelt Wijnberg. "Het is een middel om iedereen mee te nemen. Je moet er wel met zijn allen voor gaan. We hebben vele sessies gehad." Ook Van Veen ziet daarin een beweging die is gemaakt richting meer samenwerken in de regio. "Het begin was heel moeilijk. Vakorganisaties waren bijvoorbeeld heel argwanend, maar uiteindelijk zijn ze aan boord gestapt en willen ze meedenken hoe de samenwerking verder te brengen."

Boer pleit ook voor meer ondersteuning vanuit de gemeente. "Mensen zijn soms bang om aan het werk te gaan, want dat verandert iets in hun zorg- en huurtoeslag. Het kost nogal wat tijd voordat dit is verwerkt bij de instanties. Vanuit gemeenten zul je daarom moeten ondersteunen, en meer ruimte gunnen om wat langer die uitkering achter de deur open te houden. Als het mislukt met de plaatsing kan die persoon weer makkelijk terug in de uitkering, zonder al die toestanden met toeslagen. Bij ons in Rivierenland kan dat omdat we ook de sociale dienst in huis hebben. Ik zou graag met VNG aan tafel om te kijken hoe we dit eenvoudiger kunnen regelen met die toeslagen. Het is echt een drempel voor veel mensen om te gaan werken." Wijnberg: "Ja, dit is een landelijk probleem waar we met zijn allen naar moeten kijken."

RMT kopiëren naar Regionale Werkcentra

Kan het RMT een-op-een gekopieerd worden naar een Regionaal Werkcentrum? Dat verschilt nogal per regio, legt Van Veen uit. "In Utrecht kan het zo een-op-een. Maar dat is bijvoorbeeld in Groningen of een andere regio weer heel anders. Het is maatwerk."

Wijnberg noemt het vooral een uitdaging hoe alle partijen bij elkaar kunnen komen. "We moeten vooral in gesprek gaan met elkaar en transparant en open duidelijke afspraken maken. Stap over je ego heen, en hou de inwoner centraal."

Boer is het daarmee eens. "Daarvoor ben ik in dienst van de samenleving gaan werken."

Wat is er verder nodig voor succes? Mooiman denkt aan een goed CRM-systeem, zodat iedereen in hetzelfde systeem kan werken. Boer pleit voor meer integraliteit. Van Veen ziet vooral succes ontstaan als iedereen gelijkwaardig wordt behandeld in zo'n Regionaal Werkcentrum. "Je hebt vertrouwen nodig en iedereen moet een stapje opzij kunnen doen."

Bekijk het hele gesprek terug op de terugblikpagina van het VNG Jaarevenement: